Wat is de Werkloosheidswet?

De Werkloosheidswet (WW) biedt financiële ondersteuning aan werknemers die hun baan verliezen. Het doel van de Werkloosheidswet is het verstrekken van inkomen aan werknemers die werkloos zijn geworden buiten hun schuld. Het biedt een financieel vangnet om mensen te helpen bij het overbruggen van de periode tussen banen in, terwijl ze actief op zoek zijn naar nieuw werk.

Wie komt in aanmerking voor WW?

Om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Er moet bijvoorbeeld sprake zijn van recente werkloosheid, iemand moet beschikbaar zijn voor werk en actief op zoek zijn naar een nieuwe baan. Bovendien moet er voldoende arbeidsverleden zijn opgebouwd, wat betekent dat er gedurende een bepaalde periode is gewerkt voor de werkloosheid. De minimale vereisten om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering zijn:

er bestaat een verzekering voor werkloosheid (de meeste werknemers zijn hier automatisch voor verzekerd);
er werd minimaal gemiddeld 10 uren per week gewerkt;
er is een verlies van minimaal 5 arbeidsuren per week;
directe beschikbaarheid voor werk;
in de laatste 36 weken voorafgaand aan de werkloosheid is minimaal 26 weken gewerkt;
er is geen sprake van verwijtbare werkloosheid.

Wanneer en hoe kan ik een WW-uitkering aanvragen?

Een WW-uitkering kan pas worden aangevraagd vanaf één week voordat u werkloos raakt. Indien de WW-uitkering eerder wordt aangevraagd dan wordt die aanvraag door het UWV niet in behandeling genomen, c.q. wordt de aanvraag afgewezen. Het is belangrijk de WW-uitkering tijdig aan te vragen omdat dan de kans het grootste is dat u tijdig de eerste WW-uitkering ontvangt nadat u werkloos bent geworden. Vraag de WW-uitkering niet te laat aan want dan kan het UWV beslissen om een deel van de uitkering niet uit te betalen.

Een WW-uitkering moet worden aangevraagd bij het UWV. Voor het aanvragen van een WW-uitkering hebt u DigiD nodig. Het UWV zal vragen om de volgende informatie:

de laatste loonstrook;
de laatste arbeidscontract;
uw bankrekeningnummer;
de datum van werkloosheid.

Hoe hoog wordt mijn WW-uitkering en hoe lang heb ik daar recht op?

De hoogte van de WW-uitkering wordt berekend op basis van het loon sociale verzekeringen (SV-loon). Het SV-loon treft u aan op uw loonstrook. Grofweg ontvangt u de eerste twee maanden van uw WW-uitkering 75% van uw WW-maandloon en daarna 70% van uw WW-maandloon. Het WW-maandloon is in 2024 gemaximeerd op een brutobedrag van € 5.969. Als u inlogt op MijnUWV kunt u een proefberekening van de WW-uitkering maken.

Als u in de 36 weken die voorafgaan aan de datum van werkloosheid tenminste 26 weken hebt gewerkt dan hebt u recht op 3 maanden WW. De maximale duur van een WW-uitkering is 24 maanden. De wettelijke maximale termijn van 24 maanden kan bij cao worden aangevuld tot 38 maanden.

Aan de hand van uw arbeidsverleden kunt u berekenen op hoeveel maanden WW u recht hebt. De jaren vanaf 1998 tellen mee. Om een kalenderjaar te laten meetellen in het arbeidsverleden moet u tenminste 52 dagen per jaar SV-loon hebben ontvangen (periode 1998 tot 2013) of tenminste 208 uren per jaar SV-loon hebben ontvangen (periode 2013 t/m heden).

Voor de berekening van de opbouw van het aantal WW-maanden is van belang of u meer of minder dan 10 jaren arbeidsverleden hebt opgebouwd. Als u 10 jaar of minder hebt opgebouwd dan geldt dat voor ieder jaar één maand WW is opgebouwd. Voor ieder volledig jaar aan arbeidsverleden heeft u recht op één maand WW. Vijf jaren aan arbeidsverleden levert dus vijf maanden WW op. Als u meer dan 10 jaren aan arbeidsverleden hebt opgebouwd dan gelden de jaren die vóór 2016 zijn opgebouwd als één volledige maand WW. De jaren die na 2016 zijn opgebouwd staan gelijk aan een halve maand WW-opbouw.

Rekenvoorbeeld: stel dat u in 2024 werkloos wordt en vanaf 2010 onafgebroken fulltime hebt gewerkt. U hebt dan 14 volledige arbeidsjaren gewerkt. Voor de eerste 10 arbeidsjaren wordt één volledige maand WW opgebouwd. De resterende vier maanden zijn ná 2016 opgebouwd. Per kalenderjaar aan arbeidsverleden wordt ná 2016 een halve maand WW opgebouwd. De vier kalenderjaren leveren dus 2 maanden WW op. In totaal zijn er 10 + 2 = 12 maanden WW opgebouwd.